De klinisch chemicus buiten het laboratorium
Op een laboratorium werk je nooit alleen, alles gebeurt in samenhang met mensen buiten het laboratorium. Resultaten bel je meteen door naar de arts die de test heeft aangevraagd, en veel andere specialismen zijn in meer of mindere mate ook aan de uitslagen gelinkt. Daar moeten zij van op de hoogte worden gebracht.
Om vooruit te komen en patiënten de beste zorg te bieden, is samenwerking met andere specialismen simpelweg nodig. Nieuwe medicijnen bijvoorbeeld betekenen iets voor de testen op het laboratorium. Klinisch chemici willen daarom in een vroeg stadium betrokken zijn bij het bepalen van testaanvragen omdat ze weten welke medicijnen interfereren met bepaalde testen. Als klinisch chemici bij patiëntbesprekingen aanwezig zijn, kunnen zij hierover adviseren en uitslagen verduidelijken. Hiervoor zijn andere specialismen steeds vaker afhankelijk van de klinisch chemicus; ze kunnen immers niet altijd alles zelf weten. Het werkt ook de andere kant op: klinisch chemici hoeven minder details na te vragen en kunnen gemakkelijker besluiten nemen over testen als ze vroeg betrokken worden bij patiëntbesprekingen. Het is evident dat dit de patiënt ten goede komt.
Dit betekent dat een klinisch chemicus steeds vaker buiten het laboratorium in het ziekenhuis te vinden is om samen met anderen te kijken wat het beste is voor een patiënt. De NVKC zoekt hiertoe steeds vaker de samenwerking met andere wetenschappelijke verenigingen en op ziekenhuisniveau worden dit soort samenwerkingen meer dan voorheen aangegaan.